Welkom op                        
Newfoundland 
 

Politiek en bestuur

Blow Me Down Provincial Park, september 2008. Copyright (c) 2008, Edwin Neeleman
Spiegeling van opkomende zon in zee bij Blow Me Down Provincial Park, september 2008.

Door de eeuwen heen heeft Newfoundland vele vormen van bestuur gekend. Het werd een Britse kolonie in 1855. Van 1907 tot 1949 ging Newfoundland door het leven als ‘dominion’ van het Britse koninkrijk. Een dominion is een buiten Groot-Brittannië gelegen deel van het Britse rijk met volledig zelfbestuur. Het heeft dezelfde status als Canada en Australië. In 1934 deed de Dominion of Newfoundland vrijwillig afstand van haar zelfbestuur en werd het weer vanuit Londen bestuurd.

In een referendum op 22 juli 1948 werd de Newfoundlanders gevraagd welke vorm van bestuur zij wensten: aansluiting bij Canada of een Brits dominion. Een zeer krappe meerderheid (slechts 51% van de stemmen) koos voor toetreding tot de Canadese confederatie en zo werd Newfoundland op 31 maart 1949 de tiende provincie van Canada.

De provinciale regering is gemodelleerd naar het Britse parlementaire systeem. De vertegenwoordiger namens het Britse koninkrijk is de plaatsvervangend gouverneur, die door de premier van Canada benoemd wordt voor een periode van vier jaar. De wetgevende macht berust geheel bij de House of Assembly. De leider van de grootste partij in de Assembly wordt benoemd tot premier, die vervolgens de overige leden van het kabinet selecteert. De regering wordt gekozen voor een periode van vier jaar, tenzij vervroegde verkiezingen worden uitgeroepen. De Newfoundlanders hebben slechts een kleine stem in de federale politiek. De provincie heeft zeven zetels in de House of Commons en zeven senatoren. Het is gebruikelijk dat tenminste één Newfoundlands parlementslid zitting heeft in het Canadese kabinet.

Van 1949 tot 1972 werd het politieke klimaat op Newfoundland gedomineerd door de Liberale Partij, geleid door Joseph R. Smallwood. In 1972 maakten de liberalen plaats voor de Progressieve Conservatieve regering van Frank Moores. In 1979 werd Brian Peckford, eveneens Progressief Conservatief, premier. Tijdens diens bewind kwam Newfoundland in botsing met de federale regering. Beiden claimden volledige zeggenschap over de Hibernia olievelden. Uiteindelijk werd er een compromis gevonden: de rechten werden gedeeld en de olievelden kwamen onder een gezamenlijk federaal-provinciaal bestuur.

In 1989 maakte Clyde Wells een eind aan 17 jaar conservatief leiderschap en kwamen de Liberalen weer aan de macht. Hij kreeg te maken met zware economische omstandigheden, toen de Canadese regering in 1992 een vangstverbod op de Atlantische kabeljauw afkondigde.

In 2003 bracht Daniel (“Danny”) Williams zijn Progressieve Conservatieve Partij weer terug aan de macht en werd daarmee de negende premier van Newfoundland en Labrador. Bij de provinciale verkiezingen van 2007 werden Williams en zijn Progressieve Conservatieve regering herkozen.

Newfoundland kentekenplaat, Petty Harbour, september 2008. Copyright (c) 2008, Edwin Neeleman


Kentekenplaat op oude auto, Petty Harbour, september 2008.